Een heerlijke dag in de tuin. De kinderen speelden fijn buiten. Druk in de weer met hun fietsjes en de schommel. Opa was op bezoek, had al een tijdje geduwd bij de schommels en zat nu onder het afdak gezellig te praten met vader. Moeder lag op het kleed in de tuin.
Ineens waren de kindjes weg, naar binnen. Ze maakten zich nog niet al te veel zorgen, ook na een korte klik van het slot. Na even een kort kijkje bij de achterdeur bleek dat ze vader, moeder en opa buiten hadden gesloten.
Gelukkig hadden ze beide hun sleutels nog bij en zaten ze nog prima in de achtertuin. Het was heerlijk weer, en de kindjes zouden er vast snel genoeg van krijgen.
Alhoewel. 'Ze zijn nu wel met zijn tweetjes.' 'Dat wel, en zit de voordeur op de knip?' 'Ja, die zit op de knip.' 'Oke', zei moeder. Ze was er echter toch niet helemaal gerust op en liep door de poort naar de voordeur. Deze was makkelijk te openen. Ze liep naar binnen. Het was er opvallend stil.
Geen kinderen in de kamer en keuken, bijkeuken en zelfs boven was nergens iets te bekennen van de aanwezigheid van de kinderen. 'Tom, Nicky!?' Geen reactie.
Een lichtelijk paniekgevoel borrelde in haar buik naar boven. Het zal toch niet.
Ze liep weer via de voordeur naar buiten. 'Dirk de kinderen zijn weg!'
'Heb je boven gekeken,' 'Ja', 'En in de bijkeuken?' 'Ja.' 'Weet je het zeker?' 'Ja, er is echt niemand!'
'Zijn ze toch via de voordeur,' hij maakte zijn zin niet af en kwam al gehaast aanlopen uit de tuin, opa achter hem aan. Ze sloten snel de poort, de voordeur en verdeelden de wegen die ze zouden gaan doorzoeken. In hoog tempo liepen ze allemaal een andere kant op. Moeder liep snel naar het veldje achter het huis. Het was er opvallend stil, maar toch liep ze verder het gangetje door, aan de andere kant uitkomend op een weg die naar opa's en oma's huis leidde.
Vader had intussen oma al aan de lijn, maar daar waren ze nog niet aangekomen.
En opa rende hard door de Populierenlaan, zo hard dat de frietboer verschrikt overeind ging zitten in zijn kraam, hopende op een klant.
In de Kastanjestraat zagen ze de een na de ander voorbij komen gerend, uiteindelijk kwamen ze allemaal uit bij oma, maar nog steeds waren de kinderen niet terecht.
Ineens kreeg moeder een ingeving, ze liep weer terug naar huis en deed de voordeur open. Net op dat moment kwam Tom de trap afgelopen, lichtelijk verbaasd. 'Mama, waar waren jullie nou? Wij waren jullie kwijt!' 'Waar waren jullie?' 'Wij zaten in de bijkeuken achter de schotten, waar zijn papa en opa?' 'Die zijn naar jullie op zoek, maar ik bel ze meteen even.'
Er ging een zucht van verlichting door haar heen terwijl ze vader op de hoogte bracht van alles. Wat later stonden ook opa en oma op de stoep. Nicky lag al op bed en Tom was zich van geen kwaad bewust. 'Papa en opa waar waren jullie nou ineens naar toe?' Vader knuffelde hem en gaf hem een aai over zijn bol. 'Ons nooit meer zo laten schrikken, he jongen.'