Maandag
Ik had snel
al de lampen in huis aangedaan. Daantje hielp mee door de gordijnen dicht te
doen en we liepen samen alle ramen en deuren af om te controleren of alles goed
op slot zat. De angst gierde door mijn lijf, maar ik probeerde er niet aan toe
te geven. Niet zolang Daantje nog bij mij was en ik niet wist tegen wie ik
vocht. Waarschijnlijk was het gewoon een grappenmaker die me gebeld heeft. Maar
dat Joost nog steeds niet reageerde op mijn telefoontjes maakte het er niet
beter op.
Ik bracht
Daantje naar bed, en besloot zelf ook naar bed te gaan. Beneden zitten wachten
heeft ook geen zin.
Tegen drieën
schiet ik wakker. Ik ben nog steeds alleen op mijn kamer. Ik knip het licht aan
en controleer de slaapkamers. Daantje ligt heerlijk te slapen, al haar knuffels
als een beschermend schild rond haar hoofd gestapeld. Soms zou ik ook nog wel
terug willen naar die tijd dat knuffels nog zoveel bescherming kunnen bieden
tegen de boze buiten wereld, al is het maar illusie.
Ik loop door
naar Jordy’s kamer, maar die is leeg. Ik knip de lamp aan en ga op zijn bed
liggen.
Het speelkleed
ligt er nog precies zo bij als vanmorgen, alle auto’s keurig in een file op de
weg geparkeerd. Zijn ladekast staat open, en er zijn wat onderbroeken van de
stapel af. Naast me op het bed mis ik zijn bruine beer. Jordy en de bruine beer
zijn onafscheidelijk, maar waar kunnen ze heen zijn?
Ik sta op,
knip de lamp uit en loop weer terug naar de slaapkamer. Mijn mobiel ligt op en
een foto van Joost verschijnt op het schermpje. Eindelijk.
Met een
zucht maar ook enigszins geïrriteerd neem ik op. ‘Verdorie Joost waarom heb je
niet eerder gebeld!’ Ik verwacht een dronken Joost aan de lijn te krijgen, maar
wat er volgt is stilte, de welbekende klik, en een akelig gelach.
Beneden hoor
ik gerommel bij de voordeur. Ik duik verschrikt onder het dekbed, en bedenk me
ineens dat ik me zelf al verraden heb omdat de lamp op de slaapkamer nog aan
is. Snel knip ik die nog uit, maar ik hoor de voetstappen al op de trap.
Bibberend
lig ik onder het dekbed. Ik hoor de voetstappen voor de kamer van Daantje
stilhouden, en wat later het zachte stemmetje van ons meisje. ‘Papa, kusje?’
Opgelucht
sla ik de dekens van me af. Joost! Maar wat is er gebeurt? Op de wekkerradio is
het half 5.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten